Waterleidingduinen zonsopkomst

Tanzania

Op zaterdag 3 september gaan wij op huwelijksreis naar Tanzania. Deze reis is helemaal privé en voor ons op maat gemaakt door Explore Afrika. Na een flinke reis beginnen we onze safari bij Lake Manyara. Vervolgens gaan we vier dagen naar de Serengeti en daarna nog eens drie dagen naar de Ngorongorokrater. We sluiten onze huwelijksreis af met tien dagen op het strand van Zanzibar.

De reis en de eerste safari bij Lake Manyara

3 september 2005

De bruiloft zit erop; het was een geweldige dag. Op vrijdag (2 september) doen we lekker niks, behalve nagenieten. Zaterdagochtend treffen we de laatste voorbereidingen voor de reis en aan het einde van de middag brengen Jef, Mieke en Diane ons naar Schiphol. Na nog een drankje, gaan ook zij er vandoor en is het voor ons tijd om in te checken en door de douane te gaan. We eten nog een laatste keer normaal Nederlands eten (iets Aziatisch met stokjes) en gaan boarden.

Om 20:30 uur stijgen we volgens schema op. Alles gaat naar wens alleen werkt het, overigens schitterende, individuele audio- en videosysteem niet goed. Dat betekent dat we niet alleen niet goed slapen (wie kan dat wel in die krappe vliegtuigstoelen) maar ook geen leuke of juist slaapverwekkende film kunnen kijken. Enigszins gaar landen we om 5:45 uur in Nairobi. Hier moeten we even wachten, en om 7:30 vliegen we verder naar Kilimanjaro airport in Tanzania.

4 september 2005

Het vliegtuig is klein, zeker in vergelijking met de 777 waarin we van Amsterdam naar Nairobie zijn gevlogen. Het lijkt op de vliegtuigjes uit Flighing Docters. De vlucht verloopt overigens prima en we hebben boven de wolken een prachtig uitzicht op de Kilimanjaro, Afrika’s hoogste berg.

Om 9:00 uur staan we weer met beide benen heelhuids op de grond op het vliegveld van Kilimanjaro. Het ziet er allemaal keurig uit en de bagageafhandeling en paspoortcontrole gaat verbazingwekkend goed georganiseerd. Op het vliegveld worden we opgehaald door onze chauffeur en gids voor de komende dagen: James.

Via Arusha, een van de grotere plaatsen van het land, rijden we naar Lake Manyara, onze eerste stop. Onderweg zien we Mount Meru, een andere topper van Afrika, en diverse verschillende landschappen. Open vlaktes en dichtbegroeide hellingen wisselen elkaar af met af en toe een dorpje of stadje. Hier krijgen we onze eerste indrukken van het leven in Tanzania: armoedige ellende en vrolijke gezichten, grauwe lompen en de felle kleuren van de Massai. Ook zien we onze eerste wilde dieren, namelijk een groep bavianen met een paar heel kleintjes.

Tegen lunchtijd rijden we tegen de westelijke rand van de Riftvallei op. Een deel van onze reis en ook Lake Manyara liggen in de Riftvallei. Deze slenk strekt zich uit over het hele Afrikaanse continent en ook nog een stuk in Azië. In Tanzania bestaat de oostelijke rand niet meer en is er dus geen sprake meer van een echte slenk. In Kenia en verder naar het noorden zijn er nog wel duidelijk twee randen. We rijden dus de westelijke rand op, en op de rand, met uitzicht op Lake Manyara, ligt onze tent voor de nacht.

We frissen ons snel op in onze tent. Deze tent is overigens bijzonder luxe en groot. Een betonnen vloerplaat van circa 4 meter bij 8 meter met een grote tent er overheen, onderverdeeld in een slaapgedeelte en een badkamer met toilet en douche. Prachtig allemaal. We genieten even kort en gaan dan snel naar het restaurant waar een lunch klaar staat. We rammelen, want van ’s nachts reizen en weinig slapen en het vliegtuigvoedsel krijg je wel trek. Tijdens de lunch is het eerste moment om lekker te genieten van het feit dat we op vakantie zijn. We zijn nu echt begonnen aan onze huwelijksreis. We hebben vanaf het terras een mooi uitzicht over Lake Manyara en de omliggende vlaktes. Het is erg rustig op het terrein en het is dan ook af en toe oorverdovend stil. Heerlijk!

Om 15:00 uur, na het eten en uitbuiken, gaan we op pad voor onze eerste game drive. We rijden naar beneden naar Lake Manyara en verkennen daar de omgeving. We zijn meteen al succesvol, want we zien veel dieren en van dichtbij, zoals olifanten, een giraffe, gnoes, buffels, zebra’s en bavianen. Dit belooft wat voor de komende dagen. Het dak van onze jeep is er af en we staan in de auto en kunnen dus ongehinderd om ons heen kijken. Dit is safari zoals het hoort: geen grote groep in een busje waarvan de ramen niet open kunnen en waardoor je dus lang niet alles kunt zien.

’s Avonds zijn we kapot maar wel voldaan over de eerste ervaringen. We eten snel en gaan daarna direct naar bed. Eindelijk een keer goed slapen (de afgelopen nachten waren niet echt goed) en dan zijn we morgen weer fit voor een nieuwe dag.

Safari in de Serengeti

5 september 2005

Om 7:00 uur staan we op. We hebben heerlijk en lang (bijna 10 uur) geslapen. Om iets na 8:00 uur gaan we op pad. Wij gaan richting de Ngorongoro krater en rijden daar een stuk over de kraterrand. Helaas is het erg bewolkt en mistig (je ziet op sommige plaatsen nog geen 5 meter) zodat we geen mooi uitzicht over de krater hebben. We volgen een tijdje de rand en dalen aan de noordwestkant weer af. Het is ondertussen weer redelijk opgeklaard zodat we toch nog een aardig beeld van de krater kunnen krijgen. Aan het einde van de afdaling rijden een grote vlakte op. Dit is het begin van de Serengeti, hoewel we nog in het Ngorongoropark rijden. Tijdens de rit zien we al diverse dieren zoals vlak naast de weg een giraffe, zebra’s, struisvogels. Ook zien we de bontgekleurde Massai; de bewoners van deze streek die er met een hun vee rondtrekken.

Tegen lunchtijd zijn we bij de ingang van het Serengetipark. We eten onze meegenomen lunch en genieten van het mooie weer. Om ons heen is het een drukte van belang van komende en gaande toeristen. We zien een enorme ooievaar boven in een boom. Dan gaan we weer op pad; het is tijd voor het echte werk. Aanvankelijk zien we vooral zebra’s en diverse hertachtigen, zoals gazellen, in het vrijwel vlakke en grassige gebied. Hier en daar liggen een paar enorme rotsblokken in het landschap. Bij een van deze rotsblokken zien we 2 leeuwen liggen. Diverse andere auto’s komen aangereden en met z’n allen staan we een flink tijdje te kijken en te genieten.

Later op de middag betrekt het weer wat, maar het blijft gelukkig droog. We zien ondertussen olifanten en weer een bonte verzameling van grazers. Nog later begint het wat te regenen en op dat moment zien we in een droge rivierbedding op een paar meter afstand een luipaard. Dit is erg zeldzaam. Helaas gaat hij er van door als er meer auto’s aankomen. Juist op dat moment moet ook het dak dicht want een paar spetters verandert in een echte regenbui. Gelukkig duurt dit niet lang en als het weer min of meer droog is, zien we alweer leeuwen. Dit keer zijn het twee mannetjes die schuw verscholen blijven in het hoge gras en de struiken. Hoewel we een tijdje wachten, komen ze niet echt te voorschijn. Verder dus maar. Even later zien we alweer leeuwen; dit keer 3 leeuwinnen diw op een heuveltje gaan liggen. Wij hebben vandaag in één dag al meer leeuwen gezien dan vorig jaar in 3 dagen in het Krugerpark!

Als het al wat donkerder wordt, gaan wij richting onze lodge. We zien een grote groep auto’s staan: hier is dus wat aan de hand. En inderdaad: er ligt een dode buffel met een grote groep leeuwen eromheen. Het mannetje eet (de mannetjes mogen altijd eerst eten dus het is een verse buit) terwijl de vrouwtjes en de welpen eromheen zwerven. Op 1 meter afstand van de auto ligt een plas water waar een paar leeuwen uit drinken. Zij zijn zo dicht bij dat we ze kunnen aanraken; maar dat doen we toch maar niet! Rondom de dode buffel en de groep leeuwen lopen ook hyena’s en gieren, maar die worden goed op afstand gehouden. Dit is allemaal erg indrukwekkend en het komt ook niet zo vaak voor dat je van zo dichtbij dit kunt zien. We hebben dus weer geluk.

Na ruim een half uur wordt het te donker en moeten we verder richting de lodge. We zien nog buffels vlak langs de weg en komen tegen 19:00 uur bij de lodge aan. Wij informeren naar de mogelijkheden van een ballonvaart, maar dit blijkt wel erg duur te zijn ($400 p.p. voor een uurtje). We blijven dus maar op de grond. Snel gaan we ons even opfrissen, na deze lange en stoffige dag, en dan lekker eten. De lodge is overigens super-de-luxe; zowel de kamer als het eten zijn voortreffelijk.

6 september 2005

We hebben lekker geslapen als we om ongeveer 7:30 uur wakker worden. Als we uit het raam kijken, kijkt er een buffel terug, die in de achtertuin staat de grazen. Na het prima ontbijt gaan we om 8:30 uur op pad. Het weer is stralend en het dak gaat er dus meteen af. We hebben zin in weer en dagje gamedriven.

Al snel komen we een groep zebra’s tegen en een grote groep “thomson gazellen”. De leeuwen die we gisteren bij de dode buffel zagen, zijn daar nog. Er is een stuk minder over van de buffel, er is dus flink gegeten de afgelopen uren. Ook de hyena’s en gieren zijn er nog. Waarschijnlijk hebben zij nog niks gegeten, want de leeuwen bewaken hun prooi nog steeds erg goed. Echt geweldig dat we dit allemaal zomaar kunnen meemaken.

Een stukje verder komen we bij een meertje, waar een groep nijlpaarden in zit, ligt, loopt, zwemt en speelt. We kijken een tijdje en rijden weer verder en zien diverse andere dieren, waaronder een hyena die vlak voor ons de weg over steekt, en als we stoppen nieuwsgierig rond de auto scharrelt. Daarna gebeurt er een tijdje niks bijzonders en dan zien we in de verte, op een termietenheuvel, een cheeta zitten. Helaas kunnen we niet dichterbij komen, en wil de cheeta niet naar ons toe komen.

Dan is het tijd voor de lunch. We hebben weer een rijkelijk gevulde lunchbox meegekregen, met vers fruit, een stuk kip, brood, yoghurt en wat te drinken. Heerlijk allemaal en even lekker om niet zo ingespannen te kijken op zoek naar dieren. Na een uurtje gaan we weer verder. Er gebeurt een hele tijd weinig totdat James, die in verbinding staat met de andere gidsen, hoort dat er een luipaard is gesignaleerd. Snel op weg dus. Op de locatie staan al diverse auto’s, maar toch duurt het een tijdje voordat wij de luipaard gevonden hebben; hij ligt goed verstopt op een rots. We wachten, maar het ziet er niet naar uit dat hij zich wil laten zien en dus gaan we, net als de meeste anderen, weer verder. We rijden wat rond, maar blijven wel in de buurt. We zien weinig bijzonders. Dan besluiten we om langzaam terug naar de lodge te rijden en nog even via de luipaard te gaan. Dat blijkt een goed idee, want als we aankomen heeft de luipaard zicht verplaatst: hij ligt nu goed zichtbaar op een rots. Dat is prachtig, maar het wordt nog veel mooier als de luipaard besluit dat hij naar beneden wil. Langzaam daalt hij af; af en toe goed zichtbaar en af en toe niet. Een stuk lager gaat hij nog maar eens even liggen en kijkt naar de zeker 20 auto’s met toeristen die er ondertussen staan. Dan staat de luipaard op en alle foto- en videocamera’s zijn in de aanslag. De luipaard maakt wat schokkende bewegingen en geeft vervolgens flink over. Aangezien velen door hun verrekijker of telelens keken, ontstaat er even wat geroezemoes. Dit is echter snel weer over als de luipaard besluit nog verder af te dalen. Dan staat hij beneden; op gelijke hoogte met de auto’s. Deze auto’s versperren hem de doorgang en voorzichtig maar nieuwsgierig loopt hij verder. Het luipaard loopt op nog geen 2 meter langs onze auto! Een uniek, maar ook spannend moment. James heeft dit ook nog nooit meegemaakt.

Uiteindelijk gaat de luipaard naar een andere rotspartij, waar hij zich weer veilig kan verstoppen. We blijven nog een tijdje rondhangen. Enerzijds omdat dit toch wel een fantastisch moment is, maar ook omdat James graag op een collega en vriend wil wachten die er nog niet is. Uiteindelijke verlaten we, als een van de laatste auto’s de locatie. De luipaard is ondertussen weer van zijn nieuwe locatie vertrokken naar een volgende rotspartij. Het wordt al donker.

Op de terugweg naar de lodge komen we weer langs de dode buffel, waar nog maar erg weinig van over is. De eerste leeuwen, waaronder het mannetje, gaan al weg. De gieren staan de popelen om de restantjes op te eten. Tegen 18:00 uur komen we weer in de lodge aan, waar we onder een heerlijke douche het stof van de dag af spoelen. Een zeer geslaagde dag! Daarna volgt nog een prima diner en dan gaan we weer op tijd naar bed, want het is best vermoeiend en morgen wacht weer een dag.

7 september 2005

Vandaag verlaten we de centrale Serengeti en gaan wij naar het noorden. Dat betekent ook dat we de geweldige Serene lodge moeten verlaten. De komende nachten slapen we in de duidelijk minder luxe Lobo Wildlife Lodge. Voordat we daar zijn, maken we ’s ochtends nog een game drive in de centrale Serengeti. We zien olifanten, giraffen en een paar leeuwen. We zijn de afgelopen dagen zo verwend, dat we dit al gewoon beginnen te vinden!

Na de lunch gaan we noordwaarts. Een tijd gebeurt er weinig en James geeft flink gas over de onverharde, maar vrij goede weg. Wel zien we onderweg weer olifanten en veel zebra’s. Deze komen in dit deel van de Serengeti veel voor omdat het hier wat natter en meer begroeid is, dan in het droge en vlakke deel waar we de afgelopen dagen verbleven. Dan zien we een paar gnoes en later nog veel meer. De gnoes trekken elk jaar rond door de Serengeti en het aansluitende en in Kenia gelegen park Massai Mara en het zijn er veel, circa 1,5 miljoen. Het schijnt een zeer indrukwekkend gezicht te zijn om deze “grote trek” te zien. Helaas zijn we daarvoor een paar weken te laat of op de verkeerde plek. We zien waarschijnlijk een staartje van de grote trek of een groep die achterblijft of al terug gaat. We zien er een paar honderd of misschien een paar duizend, wat ook al een mooi gezicht is.

Aan het einde van de middag zien we een cheeta. Of eigenlijk ziet James hem liggen onder een boom een stukje van de weg. Na lang turen zien we de cheeta ook. Ook deze keer kunnen we niet dichterbij komen en heeft de cheeta duidelijk geen zin om naar ons toe te komen. We gaan dus weer verder en komen al snel bij de lodge aan. De lodge ligt op een flinke heuvel en vanaf het terras en zwembad heb je een prachtig uitzicht. We zien dan ook buffels, zebra’s en ander grazers. De lodge zelf is, zoals we als wisten, netjes, maar redelijk primitief. Zo is er bijvoorbeeld alleen ’s ochtends en ’s avonds elektriciteit en dus warm water. Ach we zijn op safari en daar hoort ook wel ontbering bij, toch? Het eten is overigens weer voortreffelijk.

8 september 2005

De dag begint niet al te best; we hebben slecht geslapen en de douche wil maar niet warm worden. We rennen even snel onder een koude douche door en gaan dan lekker ontbijten. Om 8:00 uur gaan we op pad. We zien weer een hoop gnoes, zebra’s, buffels, etc. Later zien we ook een groep olifanten met een paar heel kleintjes. De olifanten blokkeren de weg en hebben nog geen zin om weg te gaan. Omdat er een paar kleintjes bij zijn, durven we niet dichterbij te komen of er langs te gaan. We besluiten dus maar te keren.

Lang gebeurt er vrij weinig totdat we 3 leeuwen zien; een mannetje en twee vrouwtjes. Ze liggen in de schaduw en staan dan een voor een op en lopen een stukje verder. Een van de vrouwtjes wil paren, maar het mannetje nog niet. Het vrouwtje loopt weg naar een andere mannetje dat vlakbij blijkt te liggen. Het eerste mannetje is daar niet van gediend en er ontstaat een kort vechtpartijtje, waaruit het eerst mannetje als winnaar te voorschijn komt. Hij neemt het vrouwtje weer mee terug. Het mannetje en het vrouwtje draaien wat om elkaar heen en dan komt het er toch van. Na een paar minuten rust paren ze nog een keer en even later nog een keer. Volgens James kan dit dagen achtereen doorgaan. Zo lang hebben wij de tijd niet, dus gaan we maar weer verder. De rest van de middag gebeurt er niks bijzonders en we gaan terug naar de lodge voor de lunch.

Na de lunch hebben we lekker 2 uurtjes de tijd om wat te relaxen. Dit doen we bij het zwembad met een prachtig uitzicht over de omgeving. We zwemmen, zonnen, lezen en doen even de ogen dicht. Heerlijk. Om 16:00 uur gaan we weer op pad. We zien weer veel dieren, waaronder een groep olifanten. Om 19:00 uur zijn we weer terug in de lodge. Gelukkig is de douche nu wel lekker warm en we spoelen het stof van ons af. Daarna volgt nog een heerlijk diner en dan gaan we lekker slapen.

Ngorongorokrater

9 september 2005

Vandaag verlaten we de Serengeti en gaan we naar de Ngorongorokrater. Deze krater is het restant van wat ooit een enorme vulkaan is geweest en men vermoedt dat de vulkaan groter en hoger is geweest dan de Kilimanjaro nu is. De krater heeft een doorsnede van circa 25 kilometer. Door de steile wanden gaan er weinig dieren in en uit en is het dus vanzelf een goed gesloten en beschermd gebied. De krater staat ook op de Unesco Werelderfgoedlijst en is een beschermd natuurgebied waar geen mensen mogen wonen.

Voordat wej echter in de Ngorongorokrater zijn, moeten we nog een flink stuk rijden; eerst terug naar de centrale Serengeti en dan naar het toegangshek waar we eerder naar binnen zijn gekomen. James geeft flink gas en af en toe rijden we bijna 100 km/uur op de onverharde wegen. We schieten dan ook goed op en ’s middags zijn we in de krater. De afdaling van de kraterrand naar de krater zelf gaat over een erg steile en vreselijk slechte weg, maar uiteraard komen we veilig beneden aan.

De vloer van de krater is vrijwel vlak en erg droog. Er ligt een meer in, dat grotendeels droog is en aan de randen is wat bos, maar verder is het een echte steppe. We zien dan ook veel gnoes, zebra’s en gazellen. We lunchen bij een klein meertje waar een aantal nijlpaarden in leeft. Er komt ook een olifant langs en iedereen, er staan zo’n 30 auto’s, is meteen in rep en roer. Wij hebben de afgelopen dagen zoveel en zo vaak olifanten gezien, dat we niet meer zo snel onder de indruk raken.

Later rijden we weer rond en dan zien we in de verte een cheeta. Hij zit precies tussen 2 wegen in en komt niet dichterbij. Dit is de derde keer dat we van een afstand een cheeta zien, maar nog niet echt goed dichtbij. De cheeta heeft net een gazelle gevangen en doet zich eraan te goed. Het ziet er naar uit dat hij voorlopig dus nog niet weggaat. We wachten een hele tijd, maar om 17:00 uur moeten we echt weg, want om 18:00 uur sluit het hek en kun je er niet meer uit. Het wordt nog even spannend want een paar olifanten blokkeren de weg en zijn niet van plan aan de kant te gaan. Omkeren en een andere route nemen kost te veel tijd. We besluiten dus maar om om de olifanten heen te rijden, off road. We hebben niet voor niets een 4X4 terreinwagen!

Om iets na 18:00 uur komen we bij de lodge aan, de Ngorongoro Serena Lodge. Dit is een superdeluxe lodge! Snel gaan we onder de douche en daarna kunnen we nog even relaxen; de snelle en hobbelige rit heeft ons moe gemaakt. Om 19:30 uur is het tijd voor de diner en dat is weer prima voor elkaar.

10 september 2005

Het is warm in de kamer als we wakker worden, want de kachel staat aan. De kachel staat in Tanzania! Nu is het op de kraterrand op circa 2300 meter hoogte ’s nachts best koud, maar dit is toch wat overdreven. Helaas kunnen we de kachels zelf niet aan- of uitzetten, dus daar moet even iemand voor langs komen.

Na een prima ontbijtje gaan we om 8:00 uur op pad. Het is vanochtend zo mistig dat we minder dan 5 meter zicht hebben en James moet dus soms stapvoets rijden. De afdaling naar de krater is weer een ware rammelpartij, maar gelukkig wordt het weer wel wat beter en beneden is het helemaal helder, maar nog wel wat bewolkt en winderig. Ook is het vrij fris. Dat weerhoudt ons er uiteraard niet van om weer te gamedriven en al gauw zien we een groep leeuwen. Deze zijn niet erg actief dus gaan we verder. Later op de morgen zien wij een “African Servat Cat”, een klein katachtig roofdier, dat voor onze neus een of andere muis vangt en er trots mee wegloopt. Deze dieren worden vrij weinig gezien en al zeker niet in actie.

Er zijn ergens neushoorns gezien dus gaan we snel daarheen. In de Ngorongorokrater komen een paar zwarte neushoorns voor en ze worden weinig gezien. In de Serengeti is het al helemaal zeldzaam om neushoorns te zien en dat is dan ook niet gelukt. Als wij bij de neushoorns aankomen, blijkt dat zij op grote afstand lekker liggen en dus niet goed te zien zijn. We gaan nog maar eens bij de leeuwen van vanochtend kijken. Het lijkt erop dat ze willen gaan jagen, maar dan besluiten ze toch om nog maar even een dutje te doen. We wachten een tijdje, maar er komt weinig beweging in. De leeuwen zijn wel erg dichtbij de auto’s. We kijken een tijdje en gaan dan weer weg want we moeten weer terug naar de lodge voor de lunch. Om 14:00 uur zijn we weer in de lodge voor een late lunch. Daarna hebben we een uurtje voor ons zelf.

Om 16:00 uur maken we met een grote groep andere gasten onder leiding van lokale gids een wandeling rondom de lodge, waarbij de gids ons veel verteld over de flora en fauna, het ontstaan van de krater, de Massai, etc. De wandeling zelf kan in 10 minuten worden afgelegd, maar met alle uitleg erbij zijn we toch ruim anderhalf uur op pad. Een groot deel van de uitleg hebben wij de afgelopen week ook al van James gekregen, maar de gids heeft toch nog wat aanvullende informatie en het wordt nu mooi in samenhang verteld. Na het wandelen spoelen we ons lekker af en gaan dan naar de bar voor een drankje en aansluitend naar het restaurant voor weer een uitstekend diner. Weer een dag voorbij.

11 september 2005

We beginnen vandaag met een wandeling om 8:00 uur. Er is vanochtend weinig mist, dus een redelijk uitzicht over de krater. De reden dat er minder mist is, is niet zo fijn: een harde en koude wind. Het is dus wel koud. We lopen een flink stuk omhoog totdat we op de top van de kraterrand staan. Bij ons is dat op circa 2600 meter, maar er zijn ook plekken waar de kraterrand ruim boven de 3000 meter uitkomt. Na 10 dagen stilzitten valt het overigens niet mee om weer flink te bewegen en ook de hoogte maakt het wat lastig: we lopen flink te hijgen. De gids daarentegen heeft totaal geen probleem en loopt in een sneltreinvaart omhoog. Af en toe wacht hij even en laat ons wat zien.

Eenmaal op de top gaat het aan de andere kant weer heuvel af. De wind is hier weg, dus het is lekker aangenaam. We lopen dwars door een Massaidorpje en lopen vervolgens een volledig platte vlakte op. Hier zien we struisvogels, gazellen en zebra’s. Soms worden hier ook roofdieren gezien, maar als die er al waren, zijn die door onze komt al lang verdwenen. Na 2,5 uur lopen en, volgens onze gids 14 kilometer, zit het er weer op. James haalt ons op en om 11:00 uur zijn we weer terug in het hotel. Hier hebben we even de tijd voor ons zelf tot de lunch en daarna gaan we op onze laatste gamedrive.

De laatste gamedrive begint goed: we zien een mannetjesleeuw met een zebra. Verderop zien we nog een paar leeuwen. Daarna gebeurt er een tijdje weinig spannends, totdat we bij een paar auto’s aankomen. Er ligt een cheeta in het gras op zo’n 20 meter afstand. We kijken een tijdje, maar de cheeta is niet echt goed te zien. Alsof hij dat beseft staat hij na een tijdje op en loopt een klein stukje. In de verte lopen een paar gazellen en de cheeta kijkt er verlekkerd naar. Dan zet hij aan en ontwikkelt in erg korte tijd een enorme snelheid richting de gazellen. Hij mist maar het is wel erg indrukwekkend! Na deze – mislukte – jacht gaat de cheeta verderop eens lekker er bij liggen om uit te rusten. Het lijkt er op dat er voorlopig weinig actie meer van komt, dus we gaan verder.

Na een paar minuten zien we een zwarte neushoorn. Hij ligt, maar is toch vrij goed te zien. Helaas wil de neushoorn niet opstaan om even voor ons te poseren. We besluiten dan ook een rondje te rijden en later nog even terug te komen. Tijdens het rondje zien we niks bijzonders en als we bij de neushoorn aankomen is deze nog steeds niet opgestaan. Verder dus richting de cheeta; deze is verdwenen. Wij verdwijnen ook maar, want het is tijd om naar het hotel te gaan. Vlak bij de uitgang van de krater zien we nog 2 jonge mannetjesleeuwen in het gras rollen vlak naast de weg. Daarna is het echt voorbij.

Als we terug komen frissen we ons op, drinken een glaasje en gaan eten. Daarna pakken we in, want morgen moeten we weer vroeg op om naar Zanzibar te gaan. Wij zijn 8 dagen op safari geweest maar eigenlijk had ik best nog wel langer gewild. Je ziet zoveel en het is allemaal zo mooi. Het zit er weer op.

Zanzibar

12 t/m 22 september 2005

We staan op tijd op en rijden naar Arusha. Daar zet James ons op het vliegtuig. We vliegen in een heel klein propellergeval waar ongeveer 10 mensen in kunnen. We kunnen ook gewoon naar de pilot kijken. De vlucht gaat overigens prima en we landen op tijd en zonder enig probleem bij Stone Town op Zanzibar. Daar worden we opgehaald door de lokale agent. De rit naar ons hotel duurt een uur en in dat uur zien we meer armoede dan in de afgelopen 10 dagen op het vaste land van Tanzania. Het hotel, Blue Bay Beach Resort, is daarentegen weer super-de-luxe. Een prachtige tuin met zwembad, direct aan het zandstrand en met ruime en luxe appartementen. De deur van ons appartement is versierd een boog met verse bloemen en in de kamer staat champagne en een bord met verse fruit. Leuk welkom.

De dagen die volgen bestaan uit een aantal vaste patronen. We staan op tijd op en gaan dan ontbijten. Het ontbijt is in buffetvorm en er is van alles te krijgen: vers fruit, yoghurt, diverse soorten brood, cake en pannenkoeken en het echte Engelse ontbijt van eieren, spek, bonen, worst. We beperken ons meestal tot yoghurt met fruit en een broodje. Vervolgens gaan we naar het strand. De bedden en kussen worden door het hotelpersoneel klaargelegd en je kunt met je handdoekenkaart een handdoek halen. De eerste dagen staat er veel wind en staat het water ’s ochtends vrij hoog. Ik waag een poging om te surfen. Het is even wennen, zowel aan de golven, als aan het niet al te beste materiaal, maar zeker ook omdat ik al jaren niet heb gesurft. Het is wel weer leuk om te doen. Na een paar dagen echter, is er ’s ochtends veel minder wind en staat het water ook minder hoog. Dat betekent minder golven, maar ook dat in de loop van de ochtend de zee tot aan het rif bijna droog komt te staan. Bijna elke dag, stap ik op de surfplank. Er is nauwelijks genoeg wind en in de loop van de ochtend, als het tij laag wordt, loop ik regelmatig aan de grond. Ook Mandy probeert het nu. Ideale beginnersomstandigheden: erg ondiep water en weinig wind. Na een paar dagen gaat het al heel aardig!

Na deze inspanningen eten we ’s middags in het strandrestaurant. Het eten en de bediening van dit restaurant zijn duidelijk minder dan van het grote restaurant waar het ontbijt en diner wordt geserveerd. ’s Middags liggen we nog even op het strand maar daarna verhuizen we naar het zwembad omdat de zee te hoog komt waardoor er vrijwel geen strand meer over is, en omdat de zon achter de bomen schuil gaat. Soms spelen we ook een potje beachvolleybal met de staf en andere gasten. Dat levert natuurlijk hilarische momenten op. En we blijven wat in beweging! Tegen 16:00 uur is het vaak al wel gedaan want de zon is dan ook bij het zwembad verdwenen, hoewel we het vaak nog wel een uurtje uithouden. Daarna is het tijd om ons op te frissen. Soms gaan we daarna even wat drinken of een potje biljarten en daarna is het dinertijd. Dit is meestal erg goed en de keuze is enorm. Na het eten gaan we op tijd naar bed, want de volgende dag staan we weer op tijd op.

Zo hebben we het tien dagen volgehouden op Zanzibar. Wij hebben geen excursie gedaan of wat dan ook, maar gewoon lekker genoten. Aan alles komt een einde dus ook aan onze vakantie. Bijzonder vroeg worden we opgehaald om naar het vliegveld te gaan. Daar komen we in het donker aan en de incheckbalie is ook nog niet open. Overigens staat er al wel een rij, en die staat gewoon buiten op straat. Tegen 6:00 uur gaat de balie open en worden we met typische Afrikaanse efficiëntie langs vele verschillende loketten gestuurd voordat we in de wachtruimte komen. Vervolgens vliegen we naar Nairobi waar we bijna direct kunnen overstappen op onze vlucht naar Amsterdam. Op Schiphol worden we opgewacht door onze moeders die ons weer veilig thuis brengen. Het zit er al weer op en was een geweldige reis!